De proeftijd is een belangrijk onderdeel in de arbeidsovereenkomst. Middels een proeftijdbeding kunnen de werkgever en de werknemer hun werkrelatie relatief vrijblijvend aangaan. De werknemer kan ontdekken of de baan daadwerkelijk is wat hij ervan verwachtte, en de werkgever kan beoordelen of de werknemer geschikt is voor de functie. Tijdens de proeftijd gelden de wet- en regelgeving met betrekking tot de beëindiging van een (arbeids)overeenkomst nog niet. Voorwaarde is dan wel dat wordt voldaan aan de wettelijke vereisten van een proeftijdbeding.
Voor een werkgever is het aantrekkelijk om een proeftijd te bedingen in een arbeidsovereenkomst. Naast het kennismakend karakter van de proeftijd, kan de werkgever de werknemer die niet naar behoren functioneert dan namelijk eenvoudig en definitief naar huis sturen. Tijdens de proeftijd hoeft de werkgever hiervoor geen toestemming te hebben van de rechter, het UWV of de werknemer zelf. Logischerwijs brengt dit voor de werknemer wel grote risico’s met zich mee; om die reden is het van belang dat een proeftijdbeding aan bepaalde vereisten voldoet.
De wet bepaalt in artikel 7:652 BW dat een proeftijdbeding aan de volgende vereisten moet voldoen:
- Een proeftijdbeding moet schriftelijk worden overeengekomen bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst;
- De duur van de proeftijd moet voor de werknemer en de werkgever gelijk zijn. De proeftijd gaat in op de dag dat de werknemer voor het eerst komt werken.
- De duur van de arbeidsovereenkomst bepaalt hoe lang de proeftijd wettelijk mag zijn: is de duur korter dan twee jaar, dan mag de proeftijd maximaal een maand duren. Bij arbeidsovereenkomsten voor de duur van twee jaar of langer dan wel onbepaalde tijd, mag de proeftijd maximaal twee maanden zijn. Bij arbeidsovereenkomsten van zes maanden of die korter is een proeftijd niet toegestaan.
- Bij een opvolgende arbeidsovereenkomst bij dezelfde werkgever mag geen nieuwe proeftijd worden bedongen, tenzij de nieuwe arbeidsovereenkomst gewijzigde verantwoordelijkheden en vaardigheden vereist.
Nietige proeftijd
Indien achteraf blijkt dat het proeftijdbeding niet aan de vereisten voldoet, bijvoorbeeld omdat de proeftijd langer duurde dan wettelijk is toegestaan, dan is het proeftijdbeding nietig. De proeftijd heeft dan wettelijk gezien geheel niet bestaan. Indien de werkgever de arbeidsovereenkomst in deze nietige proeftijd heeft opgezegd, zou de werknemer zich met succes kunnen beroepen op het feit dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen nog in stand is. De werknemer zou in dat geval het loon over de gehele periode ook doorbetaald moeten krijgen.
Bent u op zoek naar een advocaat arbeidsrecht, heeft u vragen over uw proeftijdbeding of wenst u uw arbeidsovereenkomst te laten controleren? Neem dan gerust contact op met FIN Advocaten & Fiscalisten op telefoonnummer 023-3030 730 dan wel per mail: info@finaf.nl.
Ook kunt u een kijkje nemen op onze Pagina Arbeidsrecht of op de overige blogs van ons kantoor!